Moederdaggedicht: 4 touwtjes
4 touwtjes
Zomer ‘84
Regenachtig
‘Ach joh dat merkt niemand’
probeerde mijn moeder
‘Loop niet zo te zeiken’
probeerden drie andere jongetjes
die voor Barry, Rinus en Cesar moesten doorgaan
‘Ja maar een gitaar heeft 6 snaren’
‘en niet vier touwtjes…’
‘…en George speelt GITAAAAAR!’
probeerde ik nog tevergeefs
terwijl ik bij mezelf dacht
‘Had ik die hals nou verdomme maar
bréder gemaakt’
Te laat
want we moesten of we mochten
We deden of we zongen:
‘When the lady smiles’
We sprongen
Het publiek zong:
‘She holds me in her hands’
en sprong
De jury zong:
‘As a matter of fact she could always let me down’
en de boxen sprongen mee
Later die dag
Regenachtig
We kregen maar een 3e prijs
Écht zingen had toch meer indruk gemaakt
Én zo had Barry me al toegefluisterd:
‘Van zo’n mooi meisje winnen we nooit’
Maar er had één vrouw in het publiek gestaan
die vond dat wij de besten waren
Ze zei dat ze gelachen had
en dat ze trots op ons was
en dat ze
van die vier touwtjes
echt helemaal niets gemerkt had