Kabouter
‘Kabouter’ las ik op het naambordje van de kassière. Het zou kunnen. Ze was klein van stuk. Maar om dan je dochter ‘Kabouter’ te noemen vond ik wat ver gaan. Het kon ook een buitenlandse naam zijn. Niet bij nagedacht dat de Nederlandse betekenis iets kleinerends kon zijn. Kabouter vertelde me wat de verkoopwaarde van mijn boodschappen waren. Toen ik nog eens aandachtig naar haar naambordje keek las ik bijna hardop ‘Kaouter’. Ze waren dus de ‘b’ vergeten. Ik rekende af met een glimlach.