Buitenspelen

Er wordt door kinderen steeds minder buiten gespeeld. Dat blijkt uit onderzoek van een aantal volwassen mensen. Sommigen van hen en sommige andere volwassen mensen vinden het een slechte ontwikkeling. Ze beweren zelfs dat minder buitenspelen schadelijk is voor kinderen. En dus moet daar wat aan gedaan worden. Buitenspelen moet een hip imago krijgen.

Toen ik nog als ‘kind’ werd aangeduid door anderen dan enkel mijn moeder, speelde ik ook buiten. Meestal noodgedwongen. Omdat mijn volwassen opvoeders rust van mij wilden, óf omdat ik rust van mijn volwassen opvoeders wilde. De generatiekloof was toen al uitgebreid onderzocht en beschreven. Dat buitenspelen bestond doorgaans uit het met andere kinderen tegen een bal trappen, fietscrossen, ergens in klimmen, hangen in het plaatselijke zwembad of in de winter ijs’pret’. Vaak gehinderd door volwassenen die er iets van vonden of wilden verbieden.
Door onze opvoeders werden we na afloop van het buitenspelen meer dan eens bestraft voor de buitenspeelschade die aan onszelf, aan anderen of aan hun bezittingen was ontstaan.

Veel toenmalige kinderen hebben zich ingezet om de toekomstige generaties voor het buitenspeelleed te behoeden. Computers, tablets, smartphones, internet en social media zijn daar geweldige voorbeelden van. Hiermee kunnen kinderen schadeloos contact onderhouden met andere kinderen. Ongestoord en ongehinderd.

Het is bijna perfect. Het enige waar we nog aan moeten werken is een app om kinderen rust te kunnen laten krijgen van bemoeizuchtige opvoeders.